vrijdag 27 juli 2012

Sicilie, dag 14

Alweer onze laatste gehele dag op Sicilie. En ook die hebben we vooral besteedt aan de Etna.

Gisteren hadden we de zuidelijke route naar boven gevolgd, en vandaag de enige andere, de noordelijke. Al wat daar aan infrastructuur stond is in 2002 weggevaagd door een flinke uitbarsting, maar sinds die tijd zijn er nieuwe gebouwtjes neergezet (deze keer vooral van hout, en misschien ook wel verplaatsbaar), opnieuw wegen aangelegd, en de nieuwe kabelbaaan is ook net klaar (en glimt nog).

Dus aan de noord-kant zie je hier (op 1900 meter) vooral zwarte velden met woeste lavabrokken, die volstrekt onbegaanbaar zijn, met daar tussenin groene valleien die in 2002 gespaard zijn gebleven. En behoorlijk wat dode bomen die in de weg stonden, of nét te dichtbij. Terwijl aan de zuid-kant de 'brokken' zó klein zijn dat het eerder zwart zand lijkt.

Goed, de volgende ochtend achterlijk vroeg op, je vraagt je af of het zin heeft om uberhaupt naar bed te gaan. En dan terug naar NL.

Sicilië evaluatie? Overal perfecte koffie, heerlijke antipasti, zonnig, somber en ruig, kronkelende wegen en een beroerde rijstijl (iedereen neemt voorrang), voor al het overige roept men met de alomtegenwoordige Maria-beelden de hulp van het hogere in, met zeer wisselend resultaat.

Bij de foto's:
- links: de top van de Etna vanaf Piano Provenzana
- recht: halverwege de Etna, in het bos

donderdag 26 juli 2012

Sicilie, dag 12 & 13

Gisteren hebben we het eilandje Lipari verlaten, ons rijdende eitje opgepikt in Milazzo, en zijn doorgereden naar Giarre, een (onaantrekkelijk) plaatsje dat ligt ingeklemd tussen de Etna (in het Westen) en de Siciliaanse kust (in het Oosten). Dit is dan ook een goede uitvalsbasis voor tochten op of naar de vulkaan. We logeren in een tot hotel verbouwde oude boerderij omgeven door exotische fruitbomen.

Deze ochtend zijn we naar de Rifugio Sapienze vertrokken, het grondstation van een kabelbaan die je van 1950 naar 2500 meter brengt. Het was al een heel gedraai om er te komen. Eenmaal uitgestapt op de kabelbaan kun je dan nog zo'n 400 meter verder de hoogte in, naar 2900 meter, met een voertuig dat een mengeling is van jeep, truc & bus. De echte sportievelingen (quod non) doen dat te voet. Een enkeling slaat zelfs ook de kabelbaan over, maar dan moet je van goeden huize komen en hééél vroeg beginnen. Op deze hoogte gaat het sweatshirt aan.

De tocht is al mooi. En eenmaal boven aangekomen is het landschap zeer indrukwekkend, met fumaroles (rookpluimen) hier & daar. Terwijl de top dan toch nog echt wel een eindje verder is, maar die is niet stabiel genoeg om zo maar stervelingen als L&R op toe te laten. Onder begeleiding van een gids kun je een tochtje maken over de resultaten van een uitbarsting in 2002. Goed ingepakt, want het is hier fris. Of nee, het is eerder zo dat de zon-kant verbrandt en de schaduw-kant kleumt.

Onze timing bleek gelukkig, want op de weg terug naar beneden nam de bewolking snel toe, en was het gedaan met de uitzichten.

Bij de foto's:
- linksboven: sneeuw die gevangen is geraakt onder een recente as-laag
- rechtsboven: wandelaars op de toppen van een recente secundaire krater uit 2002
- onder: wij hadden geen gelukkige hand in het selecteren van een vrijwilligster als fotograaf, getuige a) de ontbrekende onderlichamen, b) de truc die rechs nog net in beeld staat, en c) de grote hoveelheid mensen die geheel of half op de foto staan en waar wij niets mee te maken hebben.

dinsdag 24 juli 2012

Sicilie, dag 9 - 11

We zijn op de 'Eolische eilanden', althans, op één daarvan, Lipari. Ze liggen een uurtje (varen) boven Sicilië, en ze zijn allemaal behoorlijk vulkanisch. Eentje ervan kent iedereen van naam, 'Stromboli', nog altijd behoorlijk actief. Een ander is zelfs door de Romeinen al 'Volcano' gedoopt, als ware het de schoorsteen van de werkplaats van de god/smid Volcan. Het is daarmee de archetypische naamgever geworden van alle vulkanen ter wereld.

We zitten in een ruim en licht appartement in het oude binnenstadje, waarvan de beheerders (mogelijk nadat een groot aantal eerdere gasten nooit is komen opdagen) ons bij de haven afhaalden, want deze kruip-door-sluip-door route vind je inderdaad niet alleen. We mogen ook gebruik maken van een 'zwembad', dat ergens om de hoek boven op een ander appartement is geïnstalleerd, maar dat is dermate klein dat je het eerder een badkuip zou kunnen noemen (hoewel het daarvoor eigenlijk net weer iets te groot is). Hoe dan ook, niet zo héél aantrekkelijk, en al helemaal niet als er toevallig al iemand anders in zou liggen, want dat wordt wel heel intiem. Mochten we al willen zwemmen dan kunnen we een van de vele "pumice" (=puimsteen) stranden bezoeken.

De nauwe steegjes hier hebben wel iets weg van Venetie (maar dan zonder kanalen), en je kunt inderdaad (op 2 hoog) de overbuurman wel een hand geven vanaf het balkon. Niet dat je dat zou willen, want hij roggelt & proest dat het een aard heeft.

Omdat we onze auto op het 'vaste land' hebben achtergelaten, hebben we gisteren een wandeling nabij Lipari-stad gemaakt, naar de zuidpunt, voor vergezichten op Volcano. Onderweg aardig wat bramen verorberd, de vijgen zijn helaas nog niet rijp en de olijven kun je zo van de boom maar beter niet proberen, want die vieze smaak blijft je dagen bij. Voor het eerst was het niet onbewolkt, en dan ook meteen maar het andere uiterste, dreigende onweerswolken met flinke donderklappen. Helemaal droog hebben we het niet gehouden, maar de meeste regen viel (blijkbaar) net verderop. Prima wandelweer dus, in een shirtje want koud wordt het niet.

En vandaag hebben we de vulkaan van Volcano beklommen. Zo'n 400 meter hoog, met bijzonder weinig risico op nieuwe uitbarstingen maar wel een heleboel 'fumarole' (rookpluimen) die de aarde geel kleuren door de zwavel die ze bevatten. Je kunt, qua neus, dus ook maar beter op de windrichting letten. Prachtige vergezichten op alle andere Eolische eilanden.


Bij de foto's:
- boven: uitzicht over Lipari (stad) vanaf de citadel
- links midden: Loes op weg naar de Dom van Lipari
- rechts midden: zicht op de vulkaan van Volcano, vanaf Lipari
- onder: de rokende krater van de vulkaan van Volcano.

maandag 23 juli 2012

Sicilie, dag 7 & 8

Onderweg naar ons volgende verblijf in Scillato, kwamen we langs Palermo, de meest Siciliaanse van alle Siciliaanse steden, qua drukte, krapte & verval (en om die reden hebben we haar maar links laten liggen), maar ook langs Caccamo, een dorpje dat wordt gedomineerd door een prachtig kasteel, dat trouwens wel héél erg vol staat met mannenspeelgoed als speren & schilden.

En vandaar dus verder naar Il Vecchio Frantoio, ook een oude boerenhoeve die nu (deels) op tourisme is ingericht. Erg afgelegen, vrij hoog in de bergen waardoor het er wat minder heet is dan aan de kust. En vanwege die afgelegen ligging met ingebouwde avondmaaltijd, dus dat werd weer een lange aaneenschakeling van (vele) voorgerechten (antipasti), dan een pastaschotel (primo), dan een vleesgerecht (secundo), en dan een zwaar toetje. Een oefening in zelfbeheersing, want het is allemaal even lekker. Heerlijke zomeravond buiten onder een goed zichtbare sterrenhemel.

Het gebied waar we deze 2 dagen zijn heet 'Parco Naturale 'Regionale della Madonie', een natuurreservaat waar je prachtig kunt wandelen. Dat hebben we dan ook gisteren & vandaag gedaan, met mooie vergezichten. Net uit te houden door regelmatig de schaduw van plukjes bos op te zoeken om uit te puffen.

Bij de foto's:
- linksboven: het kasteel van Caccamo
- rechtsboven: Il Vecchio Frantoio, ons verblijf in de Madonie
- links onder: Loes & het autootje (fiat 500)
- middenonder & rechtsonder: in de Vallone degli Angeli, in het Madonie-gebergte

donderdag 19 juli 2012

Sicilie, dag 5 & 6

Eergisteren hebben we in ons verblijf gedineerd. Althans, daar hebben we een begin mee gemaakt, want na de werkelijk voortreffelijke antipasti (voorgerechten) die ons in (veel te) groten getale werden voorgeschoteld, moesten we ons bij de primi piatti (1e hoofdschotel) al gewonnen geven wegens geen ruimte meer, en hebben we de rest (2e hoofdschotel, nagerecht, koffie) afbesteld.

Gisteren hebben we een wandeling gemaakt door natuurreservaat 'Lo Zingaro' in de buurt van Castellammare del Golfo; een wilde kuststrook rijk aan vogels en inheemse plantensoorten. Maar ook een plek met hier & daar mooie maagdelijkse strandjes, dus is het een komen & gaan (te voet) van mensen met parasols & koelboxen, in zwembroek of bikini, maar wel met stevige wandelschoenen, want het pad is best pittig. Daarna lunch in Scopello, een dorpje waarvoor het woord 'pitoresk' lijkt uitgevonden.

Vanochtend al vroeg op pad naar Erice, een zowat geheel intact gebleven middeleeuws dorp dat op een flinke berg pal aan zee ligt, en dus aan alle kanten mooie uitzichten op de Egadische eilanden en Tyreense zee biedt. Onderwijl kun je dan een groot aantal kerken bezoeken (behalve dan dat de zaken hier niet zo héél snel op gang komen, dus voor tienen heb je pech). Wel érg lekkere espresso.

Daarna zijn we doorgereden naar de zoutvlakten nabij Trapani. Al eeuwen wordt hier zout 'gewonnen' (how hard can it be? zo vlak aan zee). Vroeger meer dan nu, dus is een deel van de betreffende molens op fotogenieke wijze aan het desintegreren. Lunch in (nu ja, op het terras van) een verbouwde zoutfabriek, aan alle kanten omgeven door zoutpannen en bergen zout. Heel vreemd sfeertje, maar de lunch was prima (hoewel de ansjovis in deze context wel extra zout leek).

Bij de foto's:
- boven: nabij 'lo Zingaro', Scopello. Gebruikt als filmset in "Ocean's 12" (de minste van de drie)
- middenlinks: tijdens onze wandeling hadden we zicht op de ruige kust van 'lo Zingaro'
- middenrechs: de Dom van Erice
- onder: zoutwinning in Nubia, nabij Trapani

dinsdag 17 juli 2012

Sicilie, dag 3 & 4

De vroegste bewoners van Sicilie hadden zich gevestigd in de Pantalica-kloof, waar ze woningen en graven in de rotsen hebben uitgehakt. Het gehele gebied is tegenwoordig één groot natuurpark met archeologische resten. Je kunt er komen door een slingerend weggetje te volgen dat zo'n elf kilometer na de bewoonde wereld doodloopt op een hekje, waarna je te voet, afhankelijk van de hitte, een stukje of een heel eind verder kunt. Omdat het al niet zo vroeg meer was, en dus heet, hebben we maar een stukje gedaan. Bovendien werden we een beetje afgeschrikt door de blijmoedige gospelmuziek die een stel wildkampeerders de kloof in zond. Maar toch mooi.

En vandaag dan de langste rit van de hele trip, zo'n 350 kilometer. Dat lijkt te doen, totdat blijkt dat de snelweg die op onze (niet zo héél actuele) kaart staat aangegeven als 'verwachte opening 2005', helemaal niet blijkt te bestaan. Althans, je ziet hier een losstaand viaduct, en daar wat tolhuisjes, maar dat is het dan wel zo'n beetje. De route die dan rest, is een 'doorgaande weg' die elk gehucht dwars doorkruist en over grote stukken een maximum snelheid kent van 50 kilometer per uur (niet dat iemand zich daar aan houdt). En ineens lijkt 350 km dan het andere eind van de aarde.

Desondanks halverwege toch maar uitgestapt in Agrigento, waar de mooiste Griekse overblijfselen van het hele eiland zijn te vinden. Sommige tempels zijn nog verbluffend compleet, al kost het moeite om er een plaatje van te maken zonder al te veel mensen in beeld.

De middagrit ging een stuk beter, en kende zelfs een stukje snelweg, waar we de 110 zeker wel even hebben gehaald.

En nu dus in ons 'appartement' in Buseto Palizzolo, Baglio Fontana, een wat grootse benaming voor twee kleine kamertjes, maar wel met openslaande deuren en een mooie tuin. Op naar het avondmaal.

Bij de foto's:
- linksboven: de prehistorische graven van Pantalica
- rechtsboven: straatbeeld van Palazzo Acreide (nabij Pantalica)
- linksonder: Agrigento: de tempel der concordia, (de gevallen)Icarus & Ronald (rechts)
- rechtsonder: zicht op Castelmare di Golfo, op weg naar Buseto Palizzolo

zondag 15 juli 2012

Sicilie, dag 1 & 2

Na een vlucht met de KLM naar Milaan, en een vlucht met onbekend merk naar Catania, zijn we inmiddels gesetteld in de 'Masseria degli Ulivi', ons verblijf nabij het stadje Noto. De Masseria is een oude boerderij, waaromheen men een aantal bijgebouwen heeft neergezet met mooie lichte kamers en weidse uitzichten over het Siciliaanse landschap. De landerijen staan vol met olijfbomen, maar de olijven gaan blijkbaar allemaal naar het buitenland, want toen we de ober vroegen of we vooraf aan de maaltijd er een paar konden krijgen, was het nurkse antwoord 'No', waarna hij zich weer snel uit ons gezichtsveld terug trok.

Vanochtend zijn we Noto gaan verkennen, een stadje dat een prima decor zou zijn voor een opera van de meest larmoyante soort. Veel kerken, veel grootse trappen die leiden naar die kerken, en daar tussen in dan imposante palazzo's die betere dagen hebben gekend. Een daarvan, het Palazzo Villadorata, is nog ongeveer zo ingericht als toen de Siciliaanse landadel hier nog adres hield, en dat is zeker het bekijken waard. Veel chaises-longues,decoratief behang en wulpse plafond-schilderingen.

Daarna zijn we naar de kust afgezakt voor wat verkoeling, want het is hier zoals verwacht heftig heet. In het uitgesproken slaperige haventje van Marzamemi hebben we gelunched onder het genot van een zeebriesje.

Bij de foto's:
- linksboven: de 'Masseria degli Ulivi'
- rechtsboven: Loes op weg naar de Chiesa del San Santissimo Salvatore
- linksonder: Ronald op een van de vele Chaises-longues in het Palazzo VillaDorata
- rechtsonder: de verontrustend kleine vissersbootjes in Marzamemi