maandag 12 oktober 2015

Zuid Afrika, part 5

Ons verblijf is dan wel erg mooi gelegen, het is niet de meest praktische locatie, want om het National Park te bezoeken moeten we weer 15 kilometer terug (over eerste een hele slechte dirt road en daarna een 'medium slechte'). Het park is echter bijzonder fraai. Geopend in 1931, toen de gehele olifantenpopulatie van de Kaapstreek was geslonken tot 11 stuks, vooral door 'enthousiast' optreden van ene triggerhappy Pretorius (maar wel, nota bene, in opdracht van de toenmalige regering). Nu zijn het er, door natuurlijke aanwas en import (uit o.a. Kruger) vele honderden.

Intussen zijn ze wel enige tijd verslaafd geweest aan sinaasappels (die hier in de buurt veel verbouwd worden), een goedbedoeld maar slecht uitgepakt experiment om ze bij te voeden, om zo te voorkomen dat ze het gebied zouden verlaten. Dat leidde tot felle gevechten om de sinaasappelvoorraad, en olifanten die de voederplaats in het geheel niet meer verlieten, in afwachting van de volgende 'storting'. Al lang geleden is men gestopt met bijvoederen, en moeten de olifanten zelf weer hun kostje bij elkaar scharrelen (hetgeen ze, vanwege een weinig efficiente spijsvertering, zo'n 16 uur per dag kost...).

Door het heuvelachtige terrein zijn er mooie vergezichten, en er zijn hier nu zóveel olifanten dat regelmatig een kudde je pad kruist, altijd wel met vertederende kleintjes in hun midden. En dat met een jeep voor ons alleen (afgezien dan van de driver), want het is bepaald niet druk in de Figtree Camp. Een heel verschil met de 'main camp' in het park zelf, met benzinepomp, curioshop, snackbar en veel geroezemoes.

Men adverteert hier, nogal misleidend, met 'the big seven', de 5 landdieren die elke safariganger in zijn wildlifeboekje moet afstrepen, plus witte haai & walvis, omdat dit reservaat doorloopt tot aan de kust (ten oosten van Port Elizabeth). Wij komen zeker niet aan 7, maar toch een prachtige ochtend.

In de middag hebben we een wandeling gemaakt rondom de lodge, onder begeleiding van Mike, een ranger. Geen groot wild natuurlijk, het gaat dan meer over plantjes en zo. Ook leerzaam, en heel mooi.

Inmiddels hebben we de 'fig trees' waarnaar het camp is vernoemd, gevonden. Het bleken tóch de meest gezichtsbepalende bomen in de omgeving te zijn, alleen is het een ander type vijg dan wij in Europa kennen, met andere blaadjes.

Bij de foto's:
- links boven: Addo, toch altijd even spannend of zo'n kudde om de auto heen gaat lopen of er 'doorheen'
- rechts boven: Addo, nieuwsgierige kudu
- links onder: Addo vanaf de 'Zuurkop'
- rechts onder: Loes negeert de parkranger

1 opmerking:

Tim zei

Gaaf hoor! Veel plezier nog!