woensdag 5 augustus 2009

Rajasthan, dag 11, Bikaner

De vloek van de diensten-economie, het evaluatieformulier, heeft ook Rajasthan bereikt. Gisteravond werden we ermee verrast na een maaltijd in een backpackerscafé. En deze ochtend, toen we op het punt stonden ons hotel in Jaisalmer voorgoed achter ons te laten, werden we tegengehouden door een enigszins verhitte hotelmanager die tekst & uitleg wilde over de plaats waar we de kruisjes hadden geplaatst, Dat beneemt ons de lust het een volgende keer weer (eerlijk) in te vullen.
Van Jaisalmer naar Bikaner, de langste rit van allemaal, 330 kilometer, waarvan geen enkele koe-loos. Eindeloos woestijnlandschap met kuddes schapen die net als de koeien al zwervend de weg oplopen. Hier en daar een dood beest als verkeersslachtoffer, zoals een dode kameel. Onderweg een kleine stop in een truckerscafé á la Indienne omdat Mister Opi nog moet ontbijten. Wij houden het bij een drankje. De hitte is hier goed voelbaar.
De gang van zaken bij een spoorwegovergang blijft ons verbazen. De bomen worden gesloten volgens de dienstregeling, maar de trein houdt zich daar natuurlijk niet aan, dus moet je soms behoorlijk lang wachten. Als de trein eenmaal is gepasseerd is het leed nog niet geleden, want veel chauffeurs bedenken, als ze aan komen rijden en een rij(tje) wachtende auto's zien staan, dat er op de rechter weghelft (dat is in India dus de weghelft van de tegenliggers) nog best ruimte is (allicht, die tegenliggers staan te wachten aan de andere kant van het spoor) en rijden dus aan de verkeerde kant van de weg door totaan de spoorbomen. Binnen de korste keren staan er dus aan beide zijden twéé files, zodat niemand kan doorrijden als de bomen weer open gaan. Eerst moeten de twee files weer samengevoegd worden tot één, wat niet goed lukt omdat er geen ruimte is om te manoevreren.
Ook Bikaner heeft een fort dat het bezichtigen waard schijnt te zijn maar aangezien we er al vele gezien hebben (en ook mooiere) en we redelijk vermoeid zijn van de trip, kiezen we ervoor om meteen in te checken. Bhanwar Niwas, ons plaatselijke hotel (uit 1927), is rijkelijk voorzien van artdeco details. Alsof je in een museum logeert. Lampen, schilderijen, meubels, alles bevindt zich hier ergens op het hellende vlak tussen kunst & kitsch. De ons toebemeten ruimte bestaat uit 3 catacombe-achtige constructies zonder al te veel daglicht, met om de hoek een trap die eindigt in een toilet.
In de namiddag hebben we de omgeving verkend. Nu ligt het hotel midden in 'the old city', en deze 'city' is echt 'old'. Geen brede en/of rechte weg te bekennen, alleen maar steegjes van hoogstens een meter of twee breed. Het kostte inderdaad ook al de grootste moeite om hier te komen met de auto, hetgeen Mister Opi deed verzuchten 'drivers do not like this hotel'. Ondanks het volslagen gebrek aan ruimte en de überclaustro-sfeer, sjeest iedereen lekker door op de brommer of in de riksja. Dit is misschien wel de drukste omgeving die we tot nu toe hebben gezien. En iedereen zegt 'hallo!'. Na een minuut of 20 van dit werd het risico op ernstig verdwalen steeds groter en zijn we op onze schreden teruggekeerd. Er zijn denk ik niet zoveel plaatsen op aarde waar ik echt volledig gedesoriënteerd raak, maar Bikaner is er één van.
Op de foto: details van het Bhanwar Niwas Hotel.

Geen opmerkingen: