donderdag 15 mei 2025

Andalusië, part 4 (final)


Bergwandeling vanuit Capileira, aan de voet van de Sierra Nevada. De altijd besneeuwde Mulhacen (met 3482 meter de hoogste berg van het Spaanse vasteland) is soort van zichtbaar tussen de wolken. Dit was zowat onze laatste wandeling hier, want morgen gaan we via de kust naar Malaga en dan naar huis. We hebben genoten van Andalusië.

woensdag 14 mei 2025

Andalusië, part 3

Niet zo ver van onze verbijfplaats Baeza ligt het Parque Natural de Cazorla y Segura, dus wagen we ons die kant op. Cazorla is een levendig bergdorp, en het startpunt van allerlei lange-afstands wandelroutes die niet geschikt zijn voor ons soort mensen. Desondanks wel een hele leuke stop.

Na een laatste overnachting in Baeza (en een laatste speurtocht naar een acceptabel en geopend restaurant) vertrekken we naar het zuiden. Onderweg doen we Granada aan (de stad die het langste moors is gebleven), waar we onze auto parkeren in de strakste parkeergarage van een land dat toch al erg goed is in strakke parkeergarages. Het begint er al mee dat halverwege de steile duik de kelder in de bestuurder vóór ons beseft dat zijn auto te hoog is om naar binnen te kunnen. Hmm, achteruit, omhoog, de scherpe hoek om, in een voetgangersgebied rijkelijk voorzien van anti-auto paaltjes. Moeizaam. Daarna blijkt er pas plaats te zijn op niveau min 3, en de bochten die je moet maken om daar te komen zijn haaks en microscopisch. Zaag, zaag. Hoe dan ook, na enig geploeter konden we de wandeling naar het Alhambra aanvangen. Prachtig complex, zelfs als je (zoals wij) geen kaartje hebt kunnen bemachtigen voor het mooiste paleis op de heuvel. Wat we wél konden zien was ook zeer de moeite waard.

Vandaag zijn we, na een overnachting in Lanjaron, teruggekeerd naar Granada (iets ruimere parkeergarage deze keer) om de rest van de stad te verkennen. De oude moorse wijk Albacin is een heerlijke plek om te slenteren, of om te klimmen naar het plein met het mooiste uitzicht over de heuvel van het Alhambra, met de besneeuwde toppen van de SIerra Nevada op de achtergrond. De rest van de stad is ook niet verkeerd. Maar nu is het tijd voor lummelen in de aangename hoteltuin.

Bij de foto's:
- linksboven: Avond in Baeza
- middenboven: Cazorla
- rechtsboven: Het paleis van Carlos V in het Alhambra
- linksmidden: Alcazaba fort, Alhambra
- middenmidden: De tuinen van de Generalife, Alhambra
- rechtsmidden: Rio Darro, Albacin, Granada
- linksonder: Het Alhambra en de Sierra Nevada gezien vanuit Albecin
- rechtsonder: Onbekende evangelist in de Iglesia Parroquial del Sagrario

zondag 11 mei 2025

Andalusië, part 2

Onderweg naar ons volgende hotel in Baeza zijn we gestopt in Cordoba, waar de drukte tot onze verrassing zo mogelijk nog groter was dan in Sevilla. Maar met het (ter plaatse) online kopen van de tickets konden we toch nog behoorlijk vlot naar binnen in de Mezquita, ooit een giga-moskee met marktplein voor de deur, maar door Carlos I voorzien van een grote kathedraal midden in het complex. Het resultaat van deze mix is vrij krankzinning, en zelf was hij er naar het schijnt ook niet erg tevreden over. Desondanks, nu staan velen in de rij om te bewonderen hoe de moorse en christelijke bouwkunst slecht bij elkaar passen. Heel bijzonder complex.

Door naar Baeza, waar de straten in het centrum weer in het geheel niet zijn afgestemd op auto's. De parkeersensoren hebben het hier zwaar te verduren, ze zijn continue aan het piepen aan alle kanten tegelijk. Baeza, en het nabij gelegen Ubeda, zijn wel erg mooie plaatsjes, met veel renaissance-achtige architectuur (die je hier verder in de buurt niet zo veel hebt). Wij moeten toegeven, we zien die renaissance niet zo héél erg en praten hier vooral de reisgids na.

Het plan was om na Ubeda nog de ruine van het kasteel van Albanchez de Magina te bezoeken. Het plaatsje ligt al vrij hoog in de bergen, maar het kasteel nog véél hoger, dus hebben we die ambitie maar laten varen.

Een klein nadeel in deze contreien: de restaurants beginnen pas na 20.00 uur. Nabij Sevilla dineert men ook niet vroeg, maar toch wel wat vroeger dan dat. Wij bijten dus lang op een houtje, en gaan daarna met volle buik naar bed. Nou ja, 's lands wijs, 's lands eer.

Bij de foto's:
- boven: Drie maal Cordoba, Mezquita
- linksmidden: De oude brug van Cordoba
- middenmidden: De strakke straatjes van Baeza
- rechtsmidden: Uitzicht vanaf de rand van Baeza
- linksonder: Baeza vanuit de drone
- middenonder en rechtsonder: Kinder-processie in Ubeda (wij vinden er iets van maar doen aan zelfcensuur)

vrijdag 9 mei 2025

Andalusië, part 1

We zijn in Malaga aangekomen voor een rondreis van een dag of tien door Andalusië. Op weg naar ons eerste hotel in Carmona zijn we wat omgereden om even te kunnen stoppen in Ronda, een plaatje dat zó onhandig is gepositioneerd dat het vooral bekend is om de krankzinnig hoge brug tussen de twee stadsdelen die op twee verschillende heuvels liggen. Hele mooie uitzichten vanaf die brug, maar voor de afdaling naar het riviertje zo'n honderd meter lager hadden we geen tijd, want Carmona was nog een heel eind.

Carmona is een mooi slaperig provinciestadje vol met oude huizen, kerken & kloosters (en een stadmuur, stadspoort of verbouwd kasteel hier en daar). Geen feest om met de auto te doorkruisen, maar het is nét gelukt om niet met de spiegels langs de muren te schrapen. Gelukkig is een Peugeot 208 niet zo breed. Gisteren hebben we hier de boel te voet verkend, eerst naar de charmante maar kleinschalige Romeinse opgravingen, en daarna nog wat kerken en kloosters.

Vandaag was het tijd voor het serieuzere werk, met een bezoek aan de highlights van Sevilla.

Allereerst de 'Real Alcazar', een paleis gestart door de moren in de 13e eeuw, en daarna gedurende honderden jaren uitgebreid door een lange reeks christelijke koningen. Krankzinning groot (ook de tuin). Vooral de oudste, moorse, delen zijn prachtig, het nieuwere werk leidt nogal onder de strenge geloofsinterpretatie die het godsdienstwaanzinnige koningshuis er op na hield.  
   
Daarna: de Kathedraal van Sevilla, de op-een-na-grootste van Europa, en van een werkelijk gekmakende overdaad. Indrukwekkend om te zien hoor, maar je vraagt je werkelijk af wat er mis was met die mensen. Dus, fijn om te bezoeken, fijn om te verlaten. Nog een beetje slenteren langs de Guidalquivir rivier en de Torre del'Oro, en toen was onze koek wel een beetje op, na een lange (en langdurige) rij bij beide bezienswaardigheden. Trouwens opvallend veel flamencueus geklede vrouwen op straat: sommigen met alleen een grote roos in het haar, anderen in vol ornaat met felgekleurde jurken en klepperschoenen met hoge en brede hak. Een deel daarvan komt voorbij in een paardenkoetsje, samen met de ook traditioneel geklede rest van de familie. Vreemd, je zou verwachten dat die koetsjes meer iets zijn voor toeristen. Of worden de toeristen eerst traditioneel aangekleed vóór ze de koets in mogen? Raadsels...

Bij de foto's:
- linksboven: De vallei van het onhandig gesitueerde Ronda
- middenboven: Zelfportret in Carmona
- rechtsboven: In Carmona zijn alle daken begroeid met van alles en nog wat
- linksmidden: Romeinse les bij de archeologische opgravingen
- middenmidden: Wenende engel in Carmona
- rechtsmidden: Moorse motieven in de Real Alcazar
- linksonder: Stadsgezicht Sevilla
- linksigonder: De tuin van de Real Alcazar
- rechtsigonder: Real Alcazar
- rechtsonder: Een (echt heel) klein deel van het retabel van de kathedraal