woensdag 31 juli 2013

Griekenland, part 3

Van Xirokampi zijn we (via de oostkant) doorgereisd naar de meest zuidelijke punt van de Mani (en daarmee van Europa). De Mani is de naam van het middelste schiereiland dat onder aan de Peloponnesos bungelt, en naar verluidt een van de meest desolate delen van Griekenland. Inderdaad wordt alles steeds leger & ruiger, en de weg steeds smaller, naarmate je verder het schiereiland op komt. De dorpjes (voor zover...) zijn goeddeels verlaten, en staan vol stenen torens waarmee men indruk wilde maken op de buren (maar ja, de buren hadden de zelfde ambitie). De wegen slingeren niet alleen, maar zijn ook vrij steil: ons eenvoudige koekblik moet regelmatig terug naar twee om de hellingen te halen.

We verblijven in Gerolimenas, net een paar kilometer vóór Kaap Tenaron, waar we vanochtend naar toe zijn gereden, en op het uiterste puntje naar de vuurtoren zijn  gelopen/geklauterd (6.30 op, ontbijt achteraf). Op de terugweg nog wat rondgeneusd in Vathia, het plaatsje met de meeste torens hier in de omgeving (en ook vrijwel geen inwoners meer). Vergeleken daarmee is Gerolimenas een werelds dorp, met keuze uit wel 6 restaurantjes. Maar ook daar worden die afgewisseld met vervallen of ingestorte panden. We verblijven in een soort gerestaureerde havengebouwen, met muren van een halve meter dik (dat blijft dus best goed koel binnen).

Vandaag iets te veel zon gehad (toen we gisteren de buurt van Sparta verlieten sprak men daar dan ook over een aanstaande hittegolf, met temperaturen tot 40 graden. Maar waarschijnlijk is het hier aan zee wel iets 'koeler'). We vermoeden dat de kleur wel weer wat is bijgetrokken voor dat we terug gaan.

Bij de foto's:
- boven: zicht op Vathia, diep in de Mani
- onder, links: verlaten bergrug in de Mani, met Panda (van Fiat)
- onder, rechts: Terugkijkend vanaf Kaap Tenaron

maandag 29 juli 2013

Griekenland, part 2

Na een lange rit zijn we gisteren aangekomen in Xirokampi, een niemendalletje in de buurt van Sparta & Mistras. De weg leidde vanaf Nafplion eerst lange tijd langs de kust, maar ging daarna al slingerend flink de hoogte in. Bij elk dorp was het bidden om de afwezigheid van tegenliggers, want smal, smal, smal. Gelukkig waren er inderdaad zo goed als geen tegenliggers, waardoor we ons standpunt over bidden wellicht moeten herzien (of niet).

Vandaag eerst naar Mystras, de laatste standplaats van een handjevol Byzantijnen die de Turkse belegering van Constantinopel (Istanbul) in 1453 hadden weten te overleven en ontvluchten. Toen de Turken ook hier arriveerden in 1460 was het definitief gedaan met het Byzantijnse rijk (en eigenlijk dus ook het Romeinse rijk, waar het de natuurlijke voortzetting van was). Dat heeft een complete stad aan hele mooi ruines opgeleverd, met een enkel nog gebruikt Grieks-Orthodox kerkje. Veel geklauter, maar ook weer veel te zien.

In de middag door naar een haventje & strandje (Gythion) over een weg waar je 50 mag (en waar ik ook keurig 50 doe, ik heb voorlopig al genoeg buitenlandse bekeuringen), en waar we dus continue nerveuze Grieken in onze kofferbak hebben zitten, die bij de minste of geringste (on)mogelijkheid inhalen, half op de ene weghelft en half op de andere weghelft bivakerend. Als de Griekse staat nu eens zou beginnen om de zwarte vuilniszakken te verwijderen van de vele flitspalen die er toch wel degelijk staan, dan was het begrotingstekort zo opgelost. Hoe dan ook, lekkere lunch aan de haven en een paar fijne uurtjes op het strand en in het water.

Bij de foto's:
- boven: Larissa Castle, vanaf Nafplion
- midden: Mystras, overzicht
- onder, links: nonnen & priesters in Mystras
- onder, rechts: Loes bij de Pantanassa kerk (Mystras)

zondag 28 juli 2013

Griekenland, part 1

Nafplion is onze eerste halte op de Peloponnesos. Ooit de eerste hoofdstad van Griekenland (een paar jaar vanaf 1821), en pitoresk ingeklemd tussen 3 Venetiaanse forten (waarvan één op een eilandje voor de kust). Na onze vlucht naar Athene en aansluitende autorit van een uur of twee (over tolwegen met héél véél tolhuisjes) komen we een beetje in de kreukels aan, maar gelukkig kun je in Griekenland tot laat terecht voor je avondmaal, en na verse vis en gevulde courgettes knapten we alleszins op.

De dag daarna hebben we Mycene bezocht, vooral bekend vanwege het feit dat Agamemnon hier ooit de baas was, en die kennen we van de Trojaanse oorlog. Dit alles moet zich hebben afgespeeld ergens rond de 13e eeuw voor Christus. Vandaag staan er vooral nog wat muren overeind en één stadspoort, op een prachtige lokatie met verre vistas rondom. En nog weinig volk op de been zo vroeg op de ochtend. Als we vertrekken arriveren net de eerste tourbussen.

Vandaar door naar Kefalari, waar een Grieks-orthodoxe kerk is aangebouwd tegen enkele grotten waar men al eerder de goden aanbad, en dat dan gelegen aan een bevallig riviertje dat hier ontspringt uit de bergen. Geen mens te bekennen, behalve een slaperige bewaker in de kerk. Op de terugweg ook nog even Tyrins aangedaan, maar dat is een soort second-best Mycene en had niet echt gehoeven.

Nee, dan de wandeling 'om de punt' bij Nafplion. Een prachtig voetpad (verder geen grote weg te bekennen) pal langs de hoge rotsen (een enkele keer er doorheen met een tunneltje), met mooi uitzicht op de baai en flink wat zeewind. Topwandeling.

Inmiddels is het zondag. In de ochtend hebben we het hooggelegen grootste Venetiaanse fort van Nafplion bezocht, vroeg in de ochten, nog voor de hitte weer in alle hevigheid toeslaat. Dat is veel werk: de lokale traditie spreekt van 999 treden voor je boven bent, en hoewel niet iedereen het eens is met dat exacte aantal, zijn het in ieder geval genoeg treden om amechtig de eindstreep te halen (en dan nog terug...). Het uitzicht maakt dat goed (vertel je je zelf dan maar, als je weer op adem bent).

Bij de foto's:
- boven: Kefalari, de kerk van Zoodohos Piri
- onder, links: uitzicht vanuit de opgravingen van Mycene
- onder, rechts: Baywatch Greek Style in Nea Kios (hopelijk wordt de slapende strandwacht in zijn uitzichtspost op tijd gewekt als er iets aan de hand is)