zondag 23 maart 2008

Singapore

Het is ruim anderhalf jaar geleden dat we in Singapore waren (aan het einde van onze reis naar Borneo), maar als we hier over North Bridge Road wandelen, op weg naar de Raffles Food Court, lijkt het korter geleden want alles ziet er zeer vertrouwd uit. Het klimaat is in deze tijd van het jaar wel wat anders: niet erg heet (29 graden) maar een luchtvochtigheid die de meter ver in het rood doet uitslaan, en een bewolkte hemel die er voor zorgt dat daar geen verbetering in komt. Één van de beste dingen die je kunt doen in Singapore is eten. Alle variaties van Indiaas & Chinees, heerlijke verse vruchten- & groente-sappen, en dat alles gepresenteerd in een Aziatische uitvinding die helaas maar niet wil aanslaan in Europa: de Food Court. Dat wil zeggen: een 'plein' (meestal overdekt) met tafeltjes, met daaromheen tientallen onafhankelijke restaurantjes. De een verkoopt alleen soep, een ander alleen dumplings, en weer een ander alleen toetjes. Je loopt een rondje om het plein om je keuze te maken en bestelt & betaalt je spullen bij de betreffende counter. Voor het avondeten bezoeken we echter een oude bekende: Madras New Woodlands in Upper Dickson street, Little India (mocht iemand van jullie binnenkort deze kant op gaan, onthou dat adres). De lekkerste Thallis-schotel ter wereld (voor zover wij steekproeven hebben genomen). En dat is geen toevalstreffer, want we hebben hier ook gegeten in 1993, 1996 & 2006. En het meest markante personeelslid, een man van onbestemde maar hoge leeftijd, die we de eerste keer al vrij oud vonden om nog te werken, is er ook nog steeds. We kwamen er alleen niet helemaal uit of hij nu nog steeds dezelfde antieke bril droeg, of een nieuwe antieke bril had aangeschaft. Chinatown blijft ook heel erg leuk, met als hoogtepunt de Tian Hock Keng Temple, al moet je daar wel wezen tussen de toeristenbussen door (hetgeen ons deze keer niet lukte).

vrijdag 21 maart 2008

Queensland, part 11

Mogelijk onze laatste post, mogelijk doen we in Singapore nog wat.
De auto, een van de drie waarmee we de afgelopen 7 weken totaal ruim 8 duizend kilometer hebben afgelegd, gaan we morgen inleveren.
Van de Australian Zoo naar Brisbane vrijwel één grote file op de andere weghelft. Het lijkt wel of iedereen aan een lang vrij (paas)week-einde begint en de stad verlaat (op weg naar al die mooie plaatsen die wij net achter ons hebben liggen). Onze verwachting dat de stad dan wel uitgestorven zou zijn bleek echter niet juist: de ‘andere iedereen’ zit langs de oevers van de Brisbane River te genieten van een smoothie of burger, in het gras of op het stadsstrand.De rivier meandert mooi door de stad, en als je de skyline bekijkt is het eigenlijk moeilijk voor te stellen dat Adelaide (met één torenflat & geen verkeer) een grotere stad is dan Brisbane (met tientallen torenflats & veel verkeer). Hoe dan ook, dit zullen onze laatste momenten in Australie zijn. En wat we het meest zullen onthouden: veel ruimte & enorme afstanden, indrukwekkende natuur, veel ‘mates’ & ‘no worries’.

Queensland, part 10

Nou vooruit dan maar……We gaan erheen! Al is het alleen maar om er eens geweest te zijn. We rijden er practisch langs op onze route van Noosa naar Brisbane. Op aanraden van Lonely Planet is dit een ervaring die je niet kunt missen: The Australian Zoo van wijlen Steve Irwin, de druktemaker bekend van de T.V. als The Crocodile Hunter. Populair geworden door zijn geworstel met reptielen, zoals slangen, en bovenal krokodillen. De Zoo was zijn levenswerk en na zijn dood in 2006 (zoals we allemaal op het nieuws konden vernemen is hij dodelijk geraakt door een pijlstaartrog tijdens filmopnamen in The Great Barrier Reef) zet zijn familie de Croc Hunter’s Legacy of Animal Conservation and Education met groot enthousiasme voort. Het eerste wat je te wachten staat na de kassa is een grote bonzen beeldengroep van Steve & familie. Zijn beeltenis is sowieso onontkoombaar op deze plek, die een soort mengeling is van dierentuin, pretpark & epicentrum van persoonsverheerlijking op Quasi Noord Koreaanse wijze. Hoewel we vroeg arriveren is het al een drukte van belang (mede door de Goede Vrijdag Crowd) en worden we omsingeld door families met veel kinderen (al dan niet in kinderwagens). Gelukkig is het nog niet druk bij een belangrijk hoogtepunt van ons bezoek: het ‘Koala Photo Moment’. Voor 14.95 dollar of 19.95 dollar kun je een kleine of grote foto laten maken van jezelf met een koala op je arm (5 dollar extra voor een cd-rom), en een mooie berg op de achtergrond. Typisch iets voor ons natuurlijk…… En hoe schattig ze er ook uitzien, koala’s hebben akelig scherpe nagels dus het valt nog niet mee om ze á la baby vast te houden. Gelukkig slapen ze bijna altijd (of, zoals een begeleidend bordje dat we elders zagen uitlegt: koala’s are not lazy, they are merely preserving energy. Een smoes die het onthouden waard is voor persoonlijk hergebruik in allerlei mogelijke situaties). Even later is de dierentuin ineens vrijwel leeg. Het duurt even voor we doorhebben hoe dat komt: de grote Wild Life Show is begonnen in het Crocoseum-Theater (capaciteit 5.000 personen, en goed gevuld, bleek later). Een reeks nazaten van Steve vertelt over allerlei dieren, die vervolgens braaf komen aan vliegen, lopen of zwemmen. De details zijn goed te volgen op de giga Video-wall die één zijde van het sation siert. Elk dier wordt daarvor beloond met een donderdend applaus, maar of ze het daar voor doen?

woensdag 19 maart 2008

Queensland, part 9

Gisteren voor het laats een lange autorit ondernomen. Nog ruim op tijd zijn we gearriveerd bij Hervey Bay om daar de auto te stallen en de middagboot te nemen naar het paradijslijke Fraser Island (zoals zoveel hier op de world heritage list). Een heerlijk boottochtje van ongeveer 45 minuten brengt ons naar het enige verblijf op het eiland: een groot eco-resort met alle voorzieningen die een reiziger zich kan wensen en dat op een mileuvriendelijke wijze. Terwijl de meeste bezoekers de korte afstand naar het resort in een speciaal daarvoor gereserveerd busje afleggen lopen wij het traject over de lange pier en een kort stukje over de weg naar de receptie. Eenmaal daar aangekomen konden we nog net een deel van de meet&greet meemaken. In de majestueuze grote hal staat een televisiescherm waarop continu een natuurdocumentaire, o.a.van David Attenbourough, wordt vertoond. Om alvast in de stemming te komen. Over de op het eiland aanwezige flora en fauna is informatie te vinden en in de categorie natuurdiscoveries voor elk wat wils. Een variatie aan korte wandelingen met of zonder gids tot aan meerdaagse trektochten of 4WDrives. Gelijk met de duisternis van de avond valt ook de zoveelste tropische regenbui. De volgende dag maken we o.a. een wandeling over het kilometers lange en verlaten strand waar duizenden kleine krabjes (zogenoemde ‘soldier crabs’) zijwaarts over het zand ‘marcheren’. Zo gauw je in de buurt komt graven ze zich in. Hun aanwezigheid laat een spoor na van ontelbare kleine zandbolletjes.

dinsdag 18 maart 2008

Queensland, part 8

Weer een stuk verder zuidwaarts (ruim 400 kilometer), en het suikerriet houdt nu eindelijk op (of wordt op z'n minst afgewisseld met andere spullen). Het landschap gaat weer meer lijken op dat van New South Wales (onder Sydney), waar we begonnen zijn: een soort savanne met eucalyptusbomen en waarschuwingsborden voor koala's. We overnachten op Langmorn Station, een grote cattle-ranch zo'n 20 kilometer ten westen van de Bruce Highway (de enige doorgaande weg van noord naar zuid), te bereiken via smalle weggetjes die steeds graveliger worden. Op weg daar naar toe (maar wel al op het grondgebeid van de ranch) komen we de cowboys al tegen, die met behulp van vlijtige hondjes een kudde Indiase koeien (merk: brahman) in het gareel proberen te krijgen. Mevrouw Leonie Creed ontvangt ons op haar Ranch, nog gebouwd door opa in de late 19e eeuw, en nu zo'n 110 vierkante kilometer groot. Ze heeft het naar eigen zeggen druk, omdat haar man afgelopen weekeinde net herkozen is tot burgemeester van de Gladstone Regional Council met als slogan "It's the track record that counts". Als de heer des huizes enige tijd later arriveert moeten we samen op de grote leren bank, onder het genot van een fles witte wijn, een knabbeltje & een dipsausje, naar het nieuws van 6 uur kijken om te zien hoe hij het interview met de lokale omroep er van af heeft gebracht. De ranch is een prachtig houten pand in de klassieke Queensland stijl (veranda rondom, veel hout, alle kamers achter elkaar vol met antiek meubilair). In de tuin hoppen moederloze jonge kangoeroes & walibi's die hier worden opgevangen. Dit alles laat onverlet dat onze gastvrouw voldoende tijd voor ons kan vrijmaken om een wijde waaier aan onderwerpen met ons te bespreken, waarvan de meeste van een conservatieve blik getuigen. Zo weten we weer wat meer over de dood van Diana (was zo geregeld door Elizabeth), de opwarming van de aarde (niet door mensen veroorzaakt), en nog vele andere zaken. Het voelt een beetje alsof je bij de Engelse landadel op visite bent (hoewel die wel niet aan Bed & Breakfast zullen doen). Pa & de zonen verzamelen oude vrachtwagens (toch ruimte zat), en vliegen ook regelmatig een van de twee prive vliegtuigen naar een andere van de vijf air-strips die op het eigen grondgebied beschikbaar zijn. En eens in de twee jaar is het in juli helemaal bal, want dan organiseert Leonie een air-show waar meer dan 200 vliegtuigen voor komen opdagen (die dus allemaal in de eigen achtertuin passen). Behalve het genoemde vee stappen er in de weide ook nog een paar kamelen rond. Zij zijn ingezet om het ongewenste weed tussen het gras weg te kauwen. Na het ontbijt en de ochtendwandeling werden we uitgezwaaid door Leonie, en begonnen we aan de volgende autorit (grotendeels door het gebied waar George Greed nu mayor van is) Het was een bijzondere logeerplek.

Op de foto links: Ronald op z'n vrachtwagenchauffeurst met antieke Mack Truck. Rechts: Loes met Skippy de Walabi (nét nadat die de boterham van Loes heeft afgepakt).

zondag 16 maart 2008

Queensland, part 7

We zijn vandaag weer een flink stuk afgezakt langs de kust van Queensland. Aan het landschap zie je dat nog niet erg: regenwoud of suikerriet, iets anders kennen ze hier niet. Voor onze overnachting moesten we een stuk naar het westen, het binnenland in, naar Eungella National Park. Een van de hoogtepunten daar is de Finch Hatton Gorge. Zoals je misschien niet weet was Finch Hatton de minnaar van Isac Dinesen (a.k.a. Karen Blixen), die in de gouden tijden van het kolonialisme vanuit Denemarken vertrok naar Kenia om daar een koffie-plantage te stichten. Dat zou nu niemand meer iets zeggen, ware het niet dat dit verhaal verfilmd is als 'Out of Africa', met Robert Redford in de rol van Finch Hatton (en dat terwijl hij in het echt niet erg knap was, maar dat terzijde). Of deze zelfde Finch Hatton ook in Australie heeft rondgetrokken, of dat zijn geslacht hier een dorp heeft gesticht, weten we niet. Mogelijk staat er bij de Gorge een bordje met uitleg, maar zoals je op de foto ziet is onze poging om daar te geraken gedwarsboomd door een overspoelde weg. Er waren wel mensen (en auto's) die het er op waagden, maar wij waren door onze verhuurder op pad gestuurd met een horrorverhaal over andere huurders die tegen 10.000 dollar schade waren aangelopen door een vergelijkbaar avontuur. Dus nee.

Inmiddels wel weer twee typische OZ-dieren van ons lijstje kunnen schrappen: de platypus (vogelbekdier, de voorkant zit rechts) & de possum (possum?). En we weten nu ook hoe emu smaakt.

zaterdag 15 maart 2008

Queensland, part 6

Zoals aangekondigd hebben we vandaag een bezoek gebracht aan één van de Whitsunday Islands, te weten Long Island. Een bescheiden overtocht (20 minuten, dus deze keer geen pillen tegen zeeziekte nodig, ondanks de ruige zee, En het ziet er eigenlijk uit alsof je op een meer zit, want de hoeveelheid Whitsunday Islands is zó groot dat je overal aan de horizon er wel een ziet liggen) en je komt aan op een stukje regenwoud in zee van 11 bij 1.5 kilometer, inclusief exclusief beach resort, waarvan we de ligstoelen misbruikt hebben voor ons middagdutje. Maar niet nadat we een stevige wandeling hadden gemaakt door het oerwoud. En onze lunch konden we in het Nederlands bestellen, want achter de balie stond een stagiaire uit Nederland. Hard werken hoor, die Tourisme-opleiding, 6 maanden Croc Beach Resort.
Op de foto: Long Island op de achtergrond, Loes op de voorgrond.

vrijdag 14 maart 2008

Queensland, part 5

Gisteren & vandaag afgezakt langs de kust van Queensland naar het zuiden, onder wisselende weersomstandigheden (maar niet zo integraal nat als in ons vorige verhaal). Onderweg uitzicht op ofwel regenwoud, ofwel suikerriet dat hier in enorme hoeveelheden wordt verbouwd. Eigenlijk een beetje saai. Er was in de loop der tijden blijkbaar een traditie ontstaan om dat riet per spoor te vervoeren naar de suikerfabriek, zodat we vele tientallen onbewaakte spoorwegovergangen passeren. Na een stuk of wat krijg je in de gaten dat het spoor links & rechts van de weg ophoudt (blijkbaar is de gehele spoor-exercitie opgegeven) en stop je met opletten & afremmen (wat sowieso moeilijk is op een highway waar de standaard snelheid 100 kilometer per uur is en er altijd wel iemand achter je zit die eigenlijk nog iets sneller zou willen dan dat). Tot je op een gegeven moment een trein ziet rijden en je doorkrijgt dat niet álle spoorwegovergangen uit bedrijf zijn genomen. Dat doen ze hier niet echt handig.
Gisteravond doorgebracht in Townsville, een aangename provincieplaats waar we in het plaatselijk aquarium nog eens alle visvarianten van de Great Barrier Reef hebben bewonderd die we in het echt nog gemist hadden bij onze eerdere snorkelexpeditie vanuit Port Douglas. Op de foto een exemplaar dat we maar 'zoenvis' hebben gedoopt. En vandaag door naar Airly Beach, uitvalsbasis voor de Whitsunday Islands. Daar gaan we er morgen één van verkennen.

woensdag 12 maart 2008

Queensland, part 4

The Atherthon Tablelands staan vooral in het teken van water. De Barron Falls hebben we al laten zien, maar gisteren hebben we enkele kratermeren gescoord (met mooie wandelroutes door het omringende regenwoud, zie foto) en vandaag nog heel wat meer watervallen op de Tablelands Waterfall Route. De een nog mooier dan de ander. En het hield niet op, want nu hebben we vanuit onze hotelkamer prachtig zicht op de waterval die van het balkon van de bovenburen stroomt door de niet aflatende regen. Oké, het is regentijd, maar dit is overdreven. Voor het eerst in ons leven een afstand van 300 meter (tussen hotel & restaurant) met de auto afgelegd. Is eigenlijk wel handig. En tijdens de maaltijd, zaten we weliswaar overdekt, maar werden we toch steeds meer ingesloten door adhoc riviertjes die links & rechts ontstonden. Dus mag het morgen iets minder?

maandag 10 maart 2008

Queensland, part 3

De autoverhuurder had ons aangeraden niet verder noordwaarts dan Port Douglas te rijden vanwege de nattigheid en daarmee gepaard gaande overstromingen van wegen. Daar hebben we ons braaf aan gehouden dus zijn we vanmorgen via de kustweg naar het zuiden gegaan. De supermarkten geven het bericht dat ze niet alle voorraden hebben vanwege de onbegaanbare wegen.Gisteren was het boffen met redelijk droog weer tijdens ons uitje naar de Great Barrier Reef want vandaag valt er af en toe wat regen.Gelukkig nog niet in grote hoeveelheden. We verlaten de kustweg en gaan landinwaarts naar Tableland.In Kuranda hebben we een stop gemaakt om rond te kijken in dit dorp dat speciaal lijkt opgericht om de hele familie te vermaken.Veel winkeltjes met onnodige prularia, restaurantjes en galleries. De route naar de Barron Falls (foto) is prachtig, we lopen door een dicht tropisch regenwoud waar aan het einde van de aangegeven route het water met donderend geweld naar beneden stort. Wolken van mist hangen in de lucht. Uit de keuze van een grote reeks aan entertainments kiezen we voor een braaf bezoekje aan de butterfly sanctuary.In een kleinschalig tropische kas fladderen de vlinders nerveus om je heen en zien we een bewonderingswaardige variatie aan vorm, kleur en grootte.

zondag 9 maart 2008

Queensland, part 2

Op de foto links ben ik bijna klaar om The Great Barrier Reef te gaan verkennen. Toegegeven, flippers, snorkel & masker ontbreken nog, maar het hoogtepunt van de uitrusting mag toch gerust dit lycra pak worden genoemd, bedoeld als bescherming tegen giftige kwallen (die ik overigens niet gezien heb maar het is goed mogelijk dat de kleur afdoende is om ze af te schrikken). Rechts worstel ik met een flipper, slehts seconden voor ik het ruime sop kies.

We zijn aangekomen in Port Douglas, 'the closest town to the Barrier Reef', dus hebben we hiervandaan een boottocht ondernomen (die overigens nog anderhalf uur duurde) naar een duik/snorkel-platform midden op zee (en pal boven het koraalrif). En vanaf dat platform dan snorkelen of mee met de 'semi-onderzeeër' waar je onderwater zit in een nogal claustrofobische ruimte met uitzicht op het koraal & de dierenwereld om je heen. Helaas was de zee niet zo helder als de boeken je doen geloven. Het is hier regentijd, en dus voeren de rivieren grote hoeveelheden modder mee naar zee, waardoor het zicht wordt belemmerd en de kleuren worden getemperd (zelfs vele kilometers de zee op). En de overtocht was bepaald 'choppy', waardoor velen, waaronder ikzelve, enige mate van zeeziekte ervoeren. Maar het snorkelen was prachtig. Vissen & visjes in alle kleuren van de regenboog, tegen een achtergrond van allerlei verschillende soorten koraal. Men zegt dat The Great Barrier Reef het grootste levende organisme op aarde is, maar volgens mij vliegt 'men' hier toch een beetje uit de bocht. Het gaat wel degelijk om aparte organismen, en we zeggen ook niet dat China de grootste mens is. Hoe dan ook, was leuk.

vrijdag 7 maart 2008

Queensland, part 1

Na een vlucht van een uurtje of twee zijn we in Cairns aangekomen. Het is hier minder heet (29 i.p.v. 40 graden), maar daar staat tegenover dat de luchtvochtigheid gestegen is van nul tot 100. Dus is dit meer comfortabel? Deze hele streek van het land zit in het regenseizoen, en dat is dit jaar een stuk heviger dan normaal. Sterker nog, eergisteren was Cairns van de buitenwereld afgesloten omdat alle uitgaande wegen waren overstroomd... Wij hebben nog geen significante buien meegemaakt, maar of dat zo blijft?

Cairns is een gezellige kuststad, maar helaas niet gezegend met een strand waar je kunt zwemmen. Dus heeft men een kunstmatige lagoon aangelegd, die doorloopt tot in het stadscentrum, om dit gemis goed te maken. Van shoppen (wederom Louis Vuitton!) tot zonnebaden/zwemmen in een pas of twee.Op de foto links de lagune, rechts de zee, en in de achtergrond de Atherton Tablelands, die de smalle vlakke kuststrook begrenzen.

donderdag 6 maart 2008

Outback, part 10

Aangekomen in Alice Springs en onze 4 Wheel Drive ingeleverd. Hoewel niet zo héél veel soeps is Alice Springs wel de grootste stad in de verre verre omtrek. En het moet gezegd, ze hebben zelfs een Indiaas restaurant (was prima). De stad vindt zichzelf om twee redenen beroemd: de Todd River Boat Race en de Flying Doctors. De Todd River, die door het centrum loopt, staat eigenlijk altijd droog. Zodoende is een traditie ontstaan, die tientallen jaren terug gaat, van een jaarlijkse bootrace waarbij de bodem uit de boten is verwijderd, zodat de 'inzittenden' op Fred-Flinstoniaanse wijze hun boot kunnen voortbewegen. Jammer genoeg vindt de race niet plaats in de periode dat wij er zijn. En er zijn drie gelegenheden bekend van jaren waarin de rivier wél enig water beavtte, waardoor de race dus niet kon doorgaan.
De Flying Doctors zijn hier in 1928 opgericht en hebben er nog steeds hun hoofdkwartier. Op de foto bekijkt Ronald, zo geinteresseerd als hem mogelijk is, de geschiedenis van de verschillende vliegtuigtypen die de Doctors door de jaren heen hebben gebruikt. Overiens wel prima eten in het Flying Doctors Café, waarmee we toch het goede doel weer een beetje hebben gesteund.

woensdag 5 maart 2008

Outback, part 9

De afgelopen 2 dagen hebben we nog meer natuur in de vorm van bergen, rotsen, vlaktes, canyons en kloven kunnen aanschouwen. Nog meer rode aarde, weinig tot geen verkeer en heel veel stof. Op weg naar Kings Canyon hebben we, op aanraden van de Lonely Planet, de diesel snuivende Aboriginal bij een wrak van een auto aan de kant van de weg genegeerd.
Gezien de afgelegen ligging en het monopolie zijn de kosten van verblijf in de resorts erg hoog. Oorspronkelijk zouden wij in aanmerking komen voor een standaard kamer (die op zich prima is) maar, misschien wel vanwege het rustige seizoen kregen we van de receptionist een ‘upgrade’ zonder extra kosten naar een deluxe kamer met als final touch een jacuzzi in de serre met ruim uitzicht op het rotsachtige landschap. Ronald paste er maar net in.

De sterrenhemel is op dit soort locaties fantastisch, omdat je zo ver van steden af zit. En natuurlijk is de melkweg sowieso veel beter te zien op het zuidelijk halfrond.

Vanaf Kings Canyon hebben we een deel van de route afgelegd via de Meerenie Loop. Een dirt road naar ons laatste verblijf in de outback, Glen Helen Gorge. Voor deze route moet je een permit kopen. Toch weer 2 dollar 20 (1 euro 40) voor de plaatselijke bevolking.

Glen Helen heeft, net als elk resort hier, zijn eigen helikopter & piloot, voor degenen die de bezienswaardigheden snel & moeiteloos tot zich willen nemen. Wij maken liever een wandeling (waarbij we dan wel regelmaig gestoord worden door helikopterlawaai).

Op de foto: korte pauze op de Meerenie Loop. We hebben onze laatste dirt road gehad, en het was ook wel genoeg. Alles aan ons rammelt.

maandag 3 maart 2008

Outback, part 8

Hadden we gisteren vooral Ulurlu, oftewel Ayers Rock in beeld, vandaag gaan we naar de Olga’s. Om de ergste hitte te vermijden zijn we vroeg in de ochtend opgestaan om de 57 kilometer verderop gelegen ‘heads’ te bekijken. Is Ayers een groot massief geheel, Kata Tjuta (aboriginal woord voor “many heads”), bekend als de Olga’s, bestaat uit een groep van 36 naast en tegen elkaar aan gelegen ronde formaties. Ook hier weer tal van mogelijkheden om tracks te volgen. Onze keus valt op de ‘valley of the winds walk’. Bij aankomst blijkt dat deze track na 11 uur die ochtend gesloten zal zijn vanwege extreme weersomstandigheden.
Omdat er geen wolkje aan de lucht te zien is zal dat vooral te maken hebben met de hoge temperaturen. Aangezien we nog wel wat tijd hebben voordat het zover is beginnen we er vol goede moed aan. Beschermd tegen zon en vliegen, met een fles water in de hand hebben we een deel kunnen doen. Vervolgens hebben we nog een andere route verkend voordat de hitte losbarstte. Diezelfde avond zagen we vanaf de speciaal daarvoor ingerichte ‘sunset view area’ Ulurlu Rock in diep oranje veranderen. Dit is het uitje van de dag voor alle toeristen. Tientallen jeeps of motorhomes staan keurig in een rij. Men klimt op het dak van hun vehicel of installeert zich met tafel en stoeltjes om met een glaasje in de hand het spectakel eens goed te kunnen aanschouwen en met de camera vast te leggen.
Op de foto de Olga’s vanaf de toegangsroute op zo’n 10 kilometer afstand.

zondag 2 maart 2008

Outback, part 7

Na de langste rit van de gehele reis (510 kilometer, maar deze keer wel helemaal over asfalt) zijn we aangekomen bij Uluru, of, voor de minder politiek correcten, Ayers Rock. Er ligt één resort in de buurt met vijf hotels & 5 restaurants, maar allemaal in dezelfde handen, dus je begrijpt waar dit monopolisme toe leidt. Hoewel we, net als iedereen, de rots natuurlijk al kennen van plaatjes, is de werkelijkheid toch heel bijzonder. We beperken ons tot wandelingen aan de voet van het ding. Het is weliswaar toegestaan de rots te beklimmen, maar er wordt een hevig moreel appel op je gedaan om dat niet te doen omdat de Aboriginals daar moeite mee hebben. En als dat niet genoeg is, staan er nog waarschuwingsborden naast dat er elk jaar mensen omkomen tijdens hun poging om de top te halen. Je begrijpt niet waarom ze het niet gewoon verbieden. En wij zijn sowieso al niet van de extreme inspanningen.Op de foto ons nieuwste mode-assesoire. De vliegen hebben het gewonnen van onze ijdelheid. En bovendien zijn we lang niet de enige, dus lopen we allemaal voor gek.

zaterdag 1 maart 2008

Outback, part 6

Nadat we uit onze comfortabele grot in Coober Pedy waren vertrokken, kwamen we al snel aan bij 'The Breakaways', een interessante rotsformatie die voor menige film is gebruikt als decor. Onder andere Mad Max III is hier opgenomen. Daarna een flink stuk van de Stuart Highway gereden, die iets minder verlaten is dan de Oodnadata Track (zeker tien tegenliggers gehad), en bovendien helemaal geasfalteerd. Het aantal dode kangaroes is hier hoger dan we eerder gewend waren. Blijkbaar rijdt men hier niet erg voorzichtig in de schemering. We hebben overnacht in Marla, enkel & alleen omdat het een plaats is om te overnachten (benzinepomp annex supermarkt, wegrestaurant & motel), want verder was er echt helemaal niets te beleven. Maar ja, het volgende of vorige plaatsje ligt honderden kilometers verderop en is mogelijk nog kleiner.